
Mijn hele halve hart
Een half hart, zo voelt het meestal. Gebroken, gelijmd, weer even heel; dan ben ik blij, gevuld, ik leef. Dan weer gebroken, voel me half, de donkerte komt weer in mijn lijf.
Ik dapper door, als werkwoord, en dapper als bijwoord. Ik ben dapper aan het dapperen elke dag. Mag ik hier wel zijn met een half hart, hoe kan ik het zelf vullen?
Ik heb het elke dag aan te kijken en te voelen hoe het is. Hoe mijn verdriet voelt, de onmacht, de roep om heel, de durf om heel te zijn. En de rauwe rouw aan te kijken en aan mijn hart te laten zien.
Het verdriet is er, daar heb ik niet overheen te stappen. Bij elke stap is het er. Ik neem het mee bij alles dat ik doe.
En ik ben er, ik besta, ik leef, dat heb ik elke dag te voelen, dat helpt mijn verdrietige hart. Als ik daar bij kan zijn, kan ik ook de verbinding met anderen aan vanuit mijn eigen punt, mijn eigen licht, mijn volle hart. Dan verdwijnt het versteende gevoel.